Gegevens Over Bestuur en Beschikkingsrechten van de Kampongs Langs de Geelvinkbaai, Part 1 - Manfasramdi
Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Gegevens Over Bestuur en Beschikkingsrechten van de Kampongs Langs de Geelvinkbaai, Part 1

Door E. J. BURGER

Op een reis langs de kusten van de Geelvinkbaai had ik gelegenheid gegevens te verzamelen over het adatbestuur en eenige beschikkingsrechten der kustnederzettingen. De reis ging van Manokwari via het eiland Roemberpon langs de Windèsistreek naar de Wandammenbaai, vervolgens om het Wandammenschiereiland naar de uiterste Zuidpunt van de Geelvinkbaai en tenslotte langs de Oostzijde van deze binnenzee naar de Waroppenstreek en Seroei (Jappen).

Samenstelling van de kampong.

Evenals in andere streken van Noord Nieuw-Guinee vind men ook langs de Geelvinkbaai, dat de kampong is onderverdeeld in familiegroepen, kèrèts 1), d.w.z. de meeste kampongs zijn uit meerdere kèrèts samengesteld, doch er zijn ook kampongs die slechts één kèrèt tellen.

De voor de hand liggende gevolgtrekking, die ik maakte in mijn opstel over het Volksbestuur op Noord Nieuw-Guinee (Koloniale Studiën, Augustus 1928), nl. dat de kampongs, die zijn samengesteld uit meerdere groepen, ontstaan zijn uit opzettelijke aaneensluiting van zelfstandige familiegroepen, werd mij met betrekking tot de kampongs op het eiland Roemberpon door positieve mededeelingen van personen uit Jamberkiri bevestigd.

De nederzetting Windèsi bestaat feitelijk uit twee kampongs, genaamd Parairewai en Karoeboei, welke ieder uit 4 kèrèts zijn samengesteld. Windèsi is eigenlijk de naam vaneen landstreek. Een groot aantal kèrèts in deze streek heet Windèsi. (Wellicht wijst dit op een stamverband tusschen de gelijknamige kèrèts). Gemakshalve schijnt het Tidoreesch (of Europeesch) bestuur de plaats, waar de verbindingsweg van de Bintoenigolf (West Nieuw-Guinee) uitkomt, Windèsi genoemd te hebben naar een harer kèrèts, die zoo heet.

Hoewel in deze streek verschillende kampongs worden aangetroffen, die uit 4 kèrèts zijn samengesteld, dient men toch te waken tegen de verleiding om hierin verband te zoeken met het voor ethnologen en andere wetenschappelijke vorschers zoo fascineerend getal 4, het getal dat zoo kenmerkend is voor de fundamenteele groepeering inde ontwikkelingsgeschiedenis van de inheemsche samenleving in verschillende gewesten. Er is voor de nederzettingen aan de Geelvinkbaai nog geen aanwijzing gevonden, die de meening, dat aan een groepeering van 4 kèrèts een bijzondere beteekenis is te hechten, zou kunnen rechtvaardigen.

Het vrij veel voorkomen vaneen kampongsamenstelling van 4 kèrèts is ehter m.i. wel aanleiding om te onderzoeken of er bij de bevolking eenige voorkeur voor dit getal bestaat. AI zullen wij niet achter de mystieke beteekenis van deze voorkeur komen, het zal interessant zijn na te gaan of ook langs de Geelvinkbaai dezelfde „veneratie” zooals Valentijn het uitdrukt bestaat van het getal vier als elders inden Archipel.

Het kamponghoofd

Het is heel moeilijk om een juist inzicht te krijgen inde verhouding van de kamponghoofden tot de vertegenwoordigers hunner kèrèts. Schreef ik in mijn vorig, bovenaangehaald opstel dat o.m. inde Wandammenbaai het kamponghoofd buiten zijn eigen kèrèt geen adatgezag heeft, doch overigens aan de Geel-vinkbaai een toestand wordt aangetroffen waarbij het kamponghoofd niet meer is dan „primus inter pares”, bij mijn laatste reis bleek mij uit de mij gedane mededeelingen, dat wel langs de geheele Westzijde van de baai het kamponghoofd een zoodanige positie tegenover de familiehoofden inneemt, doch dat het niet juist is hem alle gezag over de andere familiegroepen te ontzeggen.

Het kwam mij voor dat van Manokwari af naar het Zuiden en Oostwaarts, de positie van het kamponghoofd sterker is, naarmate de nederzettingen verder van de hoofdplaats verwijderd zijn. Waar een samenwoning bestaat van twee geheel verschillende stammen, en deze overigens het aanzien van één kampong vertoont, vindt men een twee-hoofdig bestuur. Zoo heeft Wanggar twee kamponghoofden, één voor de eigenlijke Wanggareezen, die oorspronkelijk uit het ten Westen van Wanggar gelegen Jaoergebied zijn geëmigreerd, en één voor dein latere jaren uit de bergen afgezakte en zich bij de Wanggareezen aangesloten hebbende Taroenggareis.

In mijn meergenoemd opstel over het Volksbestuur waagde ik mij aan een beschouwing over de ontwikkeling van de posihe van het kamponghoofd na de samenwoning van twee of meer gemeenschappen. Ik had hierbij echter op het oog de aansluiting van meerdere gemeenschappen, welke tot één grooter stamverband behoorden, althans wat adat, taal, enz. betreft niet verschilden.

Een samenwoning, zooals wij die in Wanggar aantreffen, omvat echter twee geheel verschillende samenlevingen, n.l. de van Jaoer afkomstige kustbevolking, en de uit de binnenlanden gekomen Taroenggareis. Vaneen praktisch bestuursstandpunt zal echter de vraag onder de oogen moeten worden gezien, of het gewenscht is een rneerhoofdig kampongbestuur te handhaven. Een verschijnsel, dat in Noord Nieuw-Guinee vooral inden laatsten tijd de aandacht trekt, is de toenemende aanraking van de kustbevolking met lieden uit de binnenlanden. Het is voornamelijk het vriendschappelijke karakter dezer aanrakingen, een onmiddellijk gevolg van de „Pax Neerlandica”, dat een dergelijk verkeer van binnenlanders met de strandbevolking bevordert. Meer en meer komt dit tot uiting ineen toenemende neiging van de schuwe bevolking der binnenlanden om zich aan de kust te vestigen (waar over ’t algemeen de levensomstandigheden gunstiger zijn dan in het bergland). 

Bij een voortgaande economische ontwikkeling van de kuststreken zal verdere aansluiting van heterogene stamdeelen in één kampongverband geen zeldzaamheid blijven. En daar dergelijke volksver plaatsingen meestal groepsgewijs worden uitgevoerd, is het te voorzien, dat samenwoningen ontstaan, met zooveel hoofden als stammen in die gemeenten vertegenwoordigd zijn.

Sumber: Gegevens Over Bestuur en Beschikkingsrechten van de Kampongs Langs de Geelvinkbaai, 1928

Post a Comment for "Gegevens Over Bestuur en Beschikkingsrechten van de Kampongs Langs de Geelvinkbaai, Part 1"